Voor diverse marketingplatformen en de tracking daarvan, is een stukje JavaScript code of een pixel benodigd. Deze code of pixel wordt op de website geplaatst om data op te vangen. Hoe meer platformen je gebruikt, hoe meer codes hier dus voor nodig zijn. Wanneer een platform de code veranderd, moet je dit handmatig in de website aanpassen. Google Tag Manager verzameld al deze codes en pixels om het overzichtelijk te houden en geen overbodige codes in je website te plaatsen.
Hoe werkt Google Tag Manager?
Bij een tag manager plaats je een container op je website pagina’s. Deze container is simpelweg een stukje JavaScript dat je op je website plaatst. Vanuit de interface van Google Tag Manager kan je eenvoudig al je tags beheren. Wanneer er dus een tag gewijzigd moet worden, kan je de tag eenvoudig aanpassen vanuit de interface. De tags worden in de container geladen dus op het moment dat de container opnieuw ingeladen wordt, zijn alle wijzigingen van de tags gelijk werkend.
Tags kunnen, zodra je niet met een tag manager werkt, bovenin, onderin of middenin de website staan. Dat is afhankelijk van hoe de developer dit geïmplementeerd heeft. Zodra er iets aangepast moet worden, ben je dus afhankelijk van een developer en kan je het niet even snel regelen. Het kost dus een hoop tijd om dit allemaal handmatig te implementeren en onderhouden. Een tag manager is hierbij erg handig gezien je geen losse tags meer op je website hoeft te plaatsen.
Zodra je dus de container op je website geplaatst hebt en daar tags in toegevoegd hebt, is het zitten en alles zien gebeuren. Alles wat op een pagina gebeurd, is te volgen op basis van triggers. Het is dan ook essentieel om triggers toe te voegen en deze te koppelen aan de juiste tags. Om dit alles in te stellen, ben je ook nog afhankelijk van variabelen. We leggen ze graag stuk voor stuk aan je uit.
Wat is een tag?
Een tag is een klein stukje code. Meestal is dit JavaScript wat door een derde partij wordt aangereikt om op je website te plaatsen. Deze derden gebruiken de verzamelde data om te rapporteren en te targetten. Voorbeelden van tags zijn Google Analytics, Google Ads, Facebook pixel en meer. Een tag wordt uiteindelijk opgebouwd uit verschillende een trigger en variabelen.
Wat is een trigger?
Een trigger is simpelweg een sein dat aangeeft dat een tag geladen moet worden. Bij zo’n sein kan je denken aan een paginaweergave, klik op een link of button maar ook de betrokkenheid van gebruikers zoals het bekijken van een video of scrollen op een pagina.
Er zijn veel verschillende soorten triggers, deze zijn als volgt te verdelen:
- Page views: dit is de observatie van een geladen pagina.
- Klik triggers: deze triggers zijn er voor alle elementen zoals links, buttons, afbeeldingen ect.
- User engagement: dit zijn triggers voor zichtbaarheid van elementen zoals ingevulde formulieren, scroll diepte en YouTube video’s.
- Custom triggers: triggers die je op maat kan instellen. Denk hierbij aan geschiedeniswijzigingen, JavaScript fouten en timers die je kunt tracks.
Wat zijn variabelen?
De variabelen bevatten informatie die tags en triggers gebruiken. Hierbij kan je denken aan de tracking ID van Google Analytics of de Facebook Pixel. Deze zijn eenmalig in te stellen en dat zorgt ervoor dat je ze niet steeds opnieuw in hoeft te vullen. Verder kan een variabele ook een pagina URL zijn waarmee je dus een betreffende pagina meegeeft aan de tag of trigger.
Het instellen van Google Tag Manger en het benutten van alle mogelijkheden die er binnen de tool zijn, makt het eindeloos meten mogelijk. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is door middel van diverse tools geheel te meten. Zeker wanneer je met bijvoorbeeld Google Analytics, Google Ads of Facebook advertenties werkt is het aan te raden om Tag Manager in te stellen. Wil je aan de slag maar heb je daar nog hulp bij nodig? Neem dan contact met ons op en dan helpen we je graag verder!
